Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Home
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. 3e ZONDAG 40-DAGENTIJD: B:...

3e ZONDAG 40-DAGENTIJD: B: JOH. 2,13-25: 3-3-2024

Broeders en zusters.
Jezus en de tempel van Jeruzalem: hoe verhouden die zich tot elkaar? Wat gebeurt er niet allemaal in de relatie tussen die twee? Als Jezus twaalf jaar is bijvoorbeeld wordt iedere jonge Israëliet officieel als ‘zoon van de Wet’ beschouwd en moet Hij samen met Zijn ouders bij gelegenheid van het paasfeest de verplichte pelgrimstocht naar de tempel ondernemen. Zijn ouders verliezen Hem uit het oog en als ze Hem dan na drie dagen eindelijk terug vinden in die tempel en Hem hun ongerustheid voorleggen antwoordt Hij: ‘Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Wat een antwoord. Breng daar, als ouder, maar eens iets tegenin.
Het belang van de tempel mogen we niet onderschatten. Mensen hebben plekken nodig, locaties van Godsontmoeting. Kerken of kapellen, ruimtes waar ze elkaar treffen voor het aanschijn van God. Om tot een lévende relatie te komen: met diezelfde God én met alle andere mensen. Als er één heilige of sacrale ruimte van oriëntatie en bezinning was, dan was het wel dáár, in die tempel van Jeruzalem. Vandaag de dag leven we in een heel ander milieu, in een profanere, nogal ontwijdde wereld. Een wereld waarin een religieus woord als offer welhaast een ‘vies’ woord is geworden. Het woord wordt niet of nauwelijks nog gebruikt. In de tempel van Jeruzalem was dat anders, naast een woord als offer waren daar Wet of Woord centrale begrippen. De Wet van Mozes of het Woord van de Profeten: hetgeen allemaal de heilige wil van God representeerde.

Vandaag komen we andermaal de tempel tegen. ‘De ijver voor Uw huis zal mij verteren’. Zo klonk het in het evangelie. Jezus heeft zojuist letterlijk schoon schip gemaakt door van touwen een gesel te maken en alles en iedereen wat er teveel was buiten te werpen. Weg uit de tempel. ‘Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal’, zo is Zijn uitleg. Zijn leerlingen herinneren zich dan dat Schriftwoord uit psalm 69 en betrekken het op Jezus: dat Hij verteert zal worden door ijver voor Gods huis. Zijn optreden zal Hem straks inderdaad duur komen te staan.
Want de verdere uitleg bij Zijn actie zal tegen Hem gebruikt gaan worden, straks bij Zijn proces: als Hij naar een teken of legitimatie voor Zijn handelen wordt gevraagd is Zijn weerwoord: ‘Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen’. Zijn tegenstanders zullen doen wat mensen vaker doen als ze elkaar afvallen: ze rukken dingen uit hun verband. Ze manipuleren Jezus’ woorden en ze zullen gaan inbrengen dat Hij gezegd zou hebben dat Jezus deze ‘door mensenhanden gemaakte tempel’ af wil gaan breken. (Vgl. Mc. 14,58) Voor de leerlingen van Jezus is pas na Zijn verrijzenis duidelijk geworden wat Jezus precies bedoeld moet hebben. Zoals ook het psalmwoord ‘De ijver voor Uw huis zal mij verteren’ opnieuw oplichtte in zijn eigenlijke betekenis. De oudere woorden met de nieuwe voorvallen worden door de verlichting van de heilige Geest ná Pinksteren tot één samenhangend en coherent verhaal. Alles kan pas op zijn plaats vallen als alles gebeurd is. De stukjes van de puzzel passen eindelijk, en hoe!

Jezus en de tempel. Wat een verhouding is dat! In de tempel werd veel geofferd. Na de verrijzenis houdt dat op. De leerlingen blijven er samenkomen. Maar offeren: het is voor de eerste christenen duidelijk dat het zinloos is geworden. Al dat offeren heeft dan zijn betekenis verloren. Er is een ánder offer geweest. Jezus heeft het Zelf gebracht. Hij heeft Zichzelf ten offer gebracht op het kruis. Dat was HET offer.
God heeft Zelf voor het offer gezorgd door Zijn Zoon te vragen zich te laten offeren. Op de vooravond van Zijn gevangenneming heeft Hij dat ene volmaakte offer plechtig ingesteld. En waar deed Hij dat? In de tempel? Welnee: niet in de tempel, maar heel ergens anders, in een bovenzaal. Dat zegt nog niet uit dat Hij tégen de tempel is; wel dat Hij iets anders komt brengen dan de tempel. Namelijk: Zichzelf. Hij is Zelf de nieuwe tempel en meteen ook het Lam dat geslachtofferd wordt. ‘Zie het Lam Gods’, zegt hetzelfde, vierde evangelie. (Joh. 1,36)

Het komt voor ons aan op dat wat, om zo te zeggen, de smeerolie is van alles. Op dat wat je een levenselixer zou mogen noemen. Op: vertrouwen. Gódsvertrouwen. Op geloof dat God Zijn Zoon voor ieder van ons veil heeft. Altijd. Overal. Dat is de nieuwe eredienst en de nieuwe tempel. Amen.

Br. J.

Scroll naar boven