Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Startseite
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. 5e ZONDAG D.H. JAAR:...

5e ZONDAG D.H. JAAR: B: MC. 1,29-39: 4 FEBR. 2024

Broeders en zusters.
Een dag uit het leven van onze Heer krijgen wij, vandaag in het evangelie, aangereikt. Eerst wordt Jezus op Petrus’ schoonmoeder aangesproken. Die is ziek, en Jezus pakt haar hand vast en doet haar opstaan, waarna zij Jezus en Zijn mannen gaat bedienen. Daarna brengt men allen die lijdend of bezeten waren bij Hem. “Heel de stad stroomde samen.” Mensen voelen massaal aan dat deze man helpen kan en helpen wil. Dat blijkt ook uit Petrus’ woorden, als hij Jezus aanspreekt na diens nachtelijk bidden: “Iedereen zoekt U”.
     Uit dit stukje evangelie kunnen we afleiden hoezeer Jezus bevraagd werd in Zijn leven. Het staat helemaal aan het begin van het Marcus-evangelie; dat beloofd nog wat voor de toekomst! Jezus is niet weinig stressbestendig! Met al hun noden, met problemen zowel naar lichaam als naar ziel, voelen mensen het massaal aan: we moeten naar Hém! En dat doen ze dan ook: ze stromen toe, liefst ook nog met z’n allen tegelijk.

Je kunt je afvragen: wat is in al deze menselijke nood voor Jezus zélf het belangrijkste? Is er één menselijke nood die er voor Hem uitspringt? Urgenter is? Zodat Hij juist dáárin moet voorzien? Op Petrus’ woorden dat iedereen Hem zoekt antwoordt Jezus: “Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken. Dáártoe immers ben Ik uitgegaan”.
En wat aanvankelijk begon in de intimiteit van de kleine kring, rond Petrus en diens schoonmoeder, breidt zich dan ook uit naar die dorpen in de omtrek, en tenslotte, in Marcus’ laatste vers vandaag “trok Hij door heel Galilea”. Waar Hij dus predikte. Jezus is uitgegaan vanwaar Hij gekomen is, om te prediken. Het belangrijkst voor Jezus is dat Hij gehóórd wil worden. Hij wil vooral begrepen worden. Heel menselijk en herkenbaar is dat verlangen van Hem. We willen zelf ook allemaal begrip ontmoeten: dat mensen verstáán wat we zeggen en wat we willen. Dat ze begrijpen: wie we ZIJN ook.
Toch is dat nog maar nauwelijks een antwoord op de vraag wat Jezus vóór al het andere wil. Wat wil Hij dan vooral? Jezus wil duidelijk maken dat God de Vader naar iedere mens op zoek is. Het is Zijn grootste zorg dat mensen allemaal begrijpen dat God hen liéfheeft. Jezus wil dat we Zijn Vader kennen en vertrouwen. De ene grootste zorg die in alles tot uiting komt is, dat Jezus een ieder wil bewegen tot vertrouwvolle overgave aan God. Ze moeten er toe komen zich op Hem te verláten. Op Gods vergevingsgezindheid en Zijn barmhartigheid te hopen. En zelfs tegelijk ook nog op oneindig veel méér nog te hopen: op Goddelijk en eeuwig leven. Op helemaal verteerd te worden door Gods liefde. Wat onze traditie de heilige overgave noemt: dát is Jezus prioriteit. Jezus wil vooral dáárin begrepen worden. Hoe moeilijk kan het zijn zo’n gebedsdaad van overgave te stellen? Met een beetje goede wil kunnen wij haar allemaal verrichten. Al dan niet met behulp van onze verbeelding. Je grijpt die uitgestoken hand; je legt je hoofd op die schoot, stort je in die armen…

Maar Jezus weet ook wel dat de Waarheid ook confronterend is. Wat Hij allemaal zal gaan zeggen zal op weerstand stuiten. Om Zijn prediking toch aan te laten slaan vertelt Hij daarom ook parabels en gelijkenissen. Over verloren schapen bijvoorbeeld, of over een verloren zoon. Verhaaltjes die wonderschoon zijn; die allemaal over een oneindig goede God gaan, die op zoek is naar ál Zijn kinderen. Dié ene Boodschap wil Hij vooral brengen.
Want heel dat overvraagde leven van Hem, alle handelingen die Hij stelt, alle woorden die Hij spreekt en alles dat Hij moet ondergaan: het zal toch allemaal uitleg en toelichting behoeven. Dat betekent dat Hij zelf zal moeten prediken en verklaren. Zo zal Hij ook Zijn eigen lijden, sterven en verrijzen vaker dan eens vooruit moeten zeggen, opdat ze het maar zouden begrijpen: straks, als het zover is, dat ze Hem zullen oppakken. Want een leugenachtige wereld verdraagt de Waarheid niet en ze zal ook snel met Hem afrekenen.

En wij nu? Aan ons is het om te luisteren. Om te horen wát Hij zegt. Tot ons persoonlijk. Tot u, tot mij. Ons bewust te worden van wat wij voor God betekenen. Opdat wij zouden beminnen Die ons bemint. En te komen tot die heilige overgave. Die kunnen wij inoefenen. Hoe meer wij het proberen, hoe meer wij er in zullen slagen. Amen.

Br. J.

 

Nach oben scrollen