Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

EPIFANIE 2024

Broeders en zusters,

Niemand heeft de wijsheid in pacht, luidt een bekende spreekwijze. Écht wijze mensen weten dat beter dan wie ook, en beseffen hoezeer alle inzicht, alle wijsheid begrensd is, eenzijdig, partieel, en gekleurd. Écht wijze mensen weten dat de vragen stellen belangrijker is dan antwoorden vinden, want elk antwoord, begrensd, eenzijdig en gekleurd als het is, zal weer nieuwe vragen oproepen. Vragen, góede vragen, zijn belangrijker dan antwoorden. Zoeken is belangrijker van vinden.

De Wijzen uit het Oosten, waar het evangelie over verhaalt, waren échte wijzen. Het evangelie schildert hen als zoekende en vragende mensen. Eerst zoeken ze het in de sterren. Maar de ster verwijst hen terug naar de aarde, en ze laten zich leiden naar het land van de Messias. Dan echter houden hun eigen observaties en bevindingen op. Ze moeten anderen vrágen. Die gaan de Schriften onderzoeken. Want in de Schriften staan de vràgen der mensen doorheen de eeuwen, maar ook de fragmenten van wat van Gene Zijde, van Gods zijde, aan stukjes antwoord gegeven zijn. En zo komen de Wijzen uit het Oosten in Bethlehem uit, komen ze bij Jesus uit, het  Kind van Maria: het doel van deze tocht is bereikt, het antwoord op de vraag die achter deze tocht zat, is gevonden.  

Hoe gaat het nu verder? Een volgende, vérder-reikende vraag? Een volgende, vérder-reikende zoektocht? Voor de echte wijze zijn immers vragen belangrijker dan antwoorden, is zoeken belangrijker dan gevonden hebben. Die Wijzen uit het Oosten lijken echter opeens geen wijzen meer te zijn. Ze zijn opeens ándere mensen geworden, die alleen nog maar langs ándere wegen kunnen gaan dan voorheen. Voor het oog van buitenstaanders lijken ze opeens dwazen te zijn geworden. Want ze hebben voor dat Kind van Maria geknield, meer nog: ze hebben zich voor dat Kind van Maria plat ter aarde geworpen. Dat is toch buiten alle proporties, buiten alle redelijkheid, buiten alle wijze maat! Maar blijkbaar hebben ze een fundamentele ómgekeerde ervaring opgedaan: de fundamentele omgekeerde ervaring namelijk dat zijzelf weliswaar een verre reis hadden gemaakt, maar dat in dit Kind Gòd een reis heeft gemaakt naar hén: een onvergelijkbaar ingrijpender reis: de reis van zelfs nog ‘voorbij’ de sterrenhemel vandaan naar de aarde, de reis van de eeuwigheid in de tijd; ze hebben de fundamenteel omgekeerde ervaring opgedaan voorgoed gevónden te zijn – en wel voorgoed gevonden door de liefde van Christus. De omkering van zoeken naar gevonden zijn: gevonden door de liefde van Christus. En dat overstijgt voor hen van nu af elk mogelijk verder zoeken.

Die Wijzen uit het Oosten hebben nu in Jesus Christus de maat van alle maten gevonden en het einddoel van alle levensreizen die maar mogelijk en denkbaar zijn. Anders gezegd: die Wijzen uit het Oosten die in hun plat ter aarde vallen om Christus te aanbidden dwazen waren geworden, hebben nu wél de wijsheid in pacht. Mits we die uitdrukking letterlijk nemen!  In pacht, dus niet in eigendom, maar in bruikleen, en wel in bruikleen om zo te zeggen tegen betaling: ze hebben betaald met hun oude wijsheid die ze hebben ingeruild. En in ruil daarvoor mogen ze als in bruikleen nu gaan leven uit Jesus Christus, de Wijsheid in persoon, mogen ze nu leven en denken en voelen en handelen in Christus en met Christus in hen. Dat in Christus zijn gaat nu met hen mee waar ze ook gaan. Hun zoektocht is nu alleen nog maar: hoe nog verder eigen te worden aan Christus, hoe nog verder binnengetrokken te worden in zijn persoon, hoe nóg meer te leven en denken en te voelen en te handelen in Christus.

Het scharniermoment was hun aanbidding van het Kind van Maria. Toen werd hun wijsheid dwaasheid, en werd hun zòeken een gevónden zijn: voorgoed gevonden door de liefde van Christus. Dat maakt álles anders. Dat wil en kan ook òns leven – ánders maken. Amen.
br. M.

Nach oben scrollen