Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Startseite
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. PINKSTEREN : A :...

PINKSTEREN : A : 28-05-2023

Broeders en zusters,

Ieder jaar biedt de eerste lezing op Pinksteren gelegenheid om onze geografische kennis te toetsen. We horen een hele waaier van vreemde volkeren langskomen: Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamphilië, en nóg zo meer. Heel die bonte waaier was vertegenwoordigd, daar in Jerusalem.  Die mensen waren daar als pelgrims, om er het Joodse Pinksterfeest te vieren, een oud  oogst- en bedevaartfeest, dat het raam gegeven heeft aan óns christelijke Pinksterfeest. Heel die waaier van volkeren wordt met opzet zo breedvoerig genoemd om ons bewust te maken van de enorme diversiteit aan volken, talen en culturen. Volgens één van de oerverhalen in de Bijbel, het verhaal van de torenbouw van Babel, heeft God met die diversiteit een toegespitste, heilzame bedoeling. Doordat er zovele volken en talen en culturen zijn, leer je je eigen volksaard en taal en cultuur te waarderen én – te relativeren. Dat maakt je nederiger en kleiner. Er blijken zoveel meer insteken en visies en vormen en levensprojecten mogelijk dan de jouwe en de onze. Je verstaat en begrijpt elkaar niet zomaar: daar moet je moeite voor doen, daarvoor moet je uit jezelf treden. Vaak lukt dat niet, met als gevolg misverstand, ruzie en strijd. En toch – zegt dat oerverhaal van de Bijbel – is dat beter en heilzamer dan dat alle neuzen domweg dezelfde kant op zouden staan, en alle mensen in een platte eenheid hetzelfde zouden zijn en zo als het ware één volk, één taal, één cultuur zouden vormen. Want dan zou men niet meer relativeren, en de eigen visie verabsoluteren (verafgoden dus!). Dan zit men in de ivoren toren van het eigen partiële gelijk en de eigen beperkte voorkeur, en gaat men die toren hemelhoog uitbouwen: als de toren van Babel.

Het oerverhaal van de torenbouw van Babel zegt: voor ons kleine, egocentrische en egoïstische mensen is vlotte eenheid enkel een gevaarlijke schijneenheid, en alleen maar een platte uitbouw en uitvergroting van eigen klein gelijk en eigen klein belang. Daarom stuurt God ons eerst de heilzame diversiteit en onderscheidenheid in, om dááraan te leren wat het is mens te zijn, te leren wat de kleinheid en de grootheid van de mens uitmaakt.

Het Pinksterverhaal zegt: God haakt hier nogmaals op aan, maar zet nu een vervolgstap, een wezenlijk nieuwe stap in Zijn geschiedenis met de mensen. Hij zendt zijn Heilige Geest op een nieuwe manier over de aarde, nu om de mensen – met behoud van hun diversiteit – tot eenheid te brengen. Tot echte eenheid, die de vrucht is van de liefde. Zoals de taal van de liefde door iedereen kan worden verstaan, toen op die eerste Pinksterdag, en alle tijden door. Maar dan gaat het wel om die liefde die door God met Zijn Heilige Geest geschonken wordt, om de liefde zoals die door God in ons wordt ingestort. En die liefde is nog iets anders dan de menselijke liefde zoals wij die uit onszelf kennen.  Mensen hebben liefde voor het eigene: voor de eigen kring, de eigen familie, het eigen vaderland, voor de eigen gezondheid, voor het eigen belang en de eigen hobby. Liefde op basis van verwantschap. Dat is mooi. Maar de liefde die God ons met Zijn heilige Geest wil geven, dus met Pinksteren wil geven, is veel opener en wijder, is in feite de liefde van Christus Zelf. Liefde dus die niet uitgaat van verwantschap, maar zich verwant máákt. Die niet uitgaat naar wie je al na staat, maar zich onvoorwaardelijk tot naaste máákt. Die het andere niet herleidt tot het eigene, maar dient in het anderszijn. Liefde die grenzen niet ervaart als veilige bescherming van het vertrouwde eigene, maar als hindernis in het uitstromen om anderen te dienen. – Zulke liefde is ons mensen niet aangeboren; die kunnen we niet zomaar uit onze mouw schudden, uit ons hart persen. En toch is het alleen zulke liefde die werkelijk verenigt en één maakt.

Vandaag op Pinksteren mogen wij horen en geloven: God schenkt ons die liefde, doordat Hij ons Zijn heilige Geest op een nieuwe manier schenkt en instort. We hoeven alleen maar die liefde op te graven diep in ons en te laten stromen. Hoe dieper we boren, des te gemakkelijker treden we uit onszelf en worden we wijder en wijder: zo wijd als heel de wereld, ja: zo wijd als God.

Amen.

Br. M.

 

Nach oben scrollen