Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Home
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. EPIFANIE 2023

EPIFANIE 2023

Broeders en zusters,

De Wijzen uit het Oosten boden het kind Jesus geschenken aan: goud, wierook en mirre. Die Wijzen waren mensen die heel bewust leefden, vol aandacht voor de symboolkracht van al wat is. De geschenken die ze aan Jesus’ voeten neerlegden, waren dan ook niet zomaar willekeurige geschenken. Kostbaarheden, zeker – er staat immers: ze haalden hun schatten tevoorschijn – maar geen willekeurige kostbaarheden. Het waren geschenken waarover was nagedacht, geschenken vol symboolkracht. En het waren ook geen geschenken om plechtig aanvaard te worden door Maria en het Kind Jesus, om ze vervolgens te bewaren in, zeg, de binnenkamer van het huis. Het waren geschenken om omgevormd te worden. Die Wijzen waren immers een soort alchemisten (magoi/magiërs) die voortdurend bezig waren met de omvorming van het lagere in het hogere. Goud vraagt erom omgesmolten te worden, wil het zijn rijke schoonheid kunnen prijsgeven, anders blijft het een homp.  En wierook vraagt erom verbrand te worden, wil het zijn krachtige en meeslepende reuk prijsgeven. En mirre vraagt erom te verdampen en in te trekken, wil het zijn genezende en verduurzamende kracht prijsgeven. Als de Wijzen dus deze geschenken aan Jesus aanbieden, hopen ze dat Jesus hun geschenken zal omvormen, maar nu op een manier die nog voorbij de gewone, eigen mogelijkheden ervan ligt. En dat als uitdrukking van hun hoop dat Jesus ook henzélf, de gevers, zal omvormen op een manier die nog voorbij hun eigen mogelijkheden ligt.

Ja, goud, wierook en mirre moeten voorbij hun gewone eigen mogelijkheden omgevormd worden doordat ze door Jesus heen gaan, door zijn woorden en zijn verkondiging heen gaan, door zijn kruis en verrijzenis, door zijn wezensmysterie. Je zou ook kunnen zeggen: goud, wierook en mirre moeten als het ware doorheen de sacramenten van doopsel en vormsel en eucharistie.

Goud verwijst naar macht en kracht en rijkdom, naar koning en keizer. Hoezeer is het ons, met een oorlog dicht bij, weer duidelijk geworden dat macht en kracht aan de voeten moeten worden gelegd van Jesus, de Vredevorst en omgevormd moeten worden door zijn Geest, wil macht, in plaats van brutaal toe-eigenend en bruut verwoestend, juist dienend worden en ruimte gevend en leven behoedend. Op het niveau van de machthebbers – daar uitvergroot –, maar ook op onze eigen kleine en zeer kleine alledaagse schaal. Macht en kracht vragen erom omgevormd te worden door binnengehaald te worden in wat is tussen Jesus en zijn broeders en zusters.

Wierook, eenmaal brandend, verwijst naar alles wat zich eindeloos verwijdt richting de oneindige horizon, en wat opstijgt naar boven; wierook verwijst dus naar menselijke wijsheid en menselijk gebed. Ook die moeten aan de voeten van Jesus worden gelegd en afgegeven, want bij alle schoonheid zijn menselijke wijsheid, menselijk gebed en al wat ‘spiritueel’ heet subtiel doortrokken van ons ego en onze kleinmenselijkheid. Ze moeten gereinigd en verlost en omgevormd worden door binnen te gaan in Jesus’ kruiswijsheid, om zo te kunnen binnengaan in wat is tussen Jesus en zijn Vader en daarin opgenomen te worden.

Mirre verwijst naar onze menselijke zwakheid en wondbaarheid, naar onze broze lichamelijkheid en vergankelijkheid. Ook die moeten aan Jesus’ voeten worden neergelegd, niet opdat Hij, zoals de verdampende mirre maar dan nog krachtiger, onze zwakheid en wondbaarheid zou genezen en ons al te korte leven zou verlengen, maar opdat Hij onze zwakheid en wondbaarheid en vergankelijkheid zou binnenhalen in het mysterie van zijn kruis en verrijzenis, om ons zo binnen te halen in wat is tussen Hem, Jesus, en zijn Vader, van alle eeuwigheid en tot in alle eeuwigheid.

Goud, wierook en mirre: weloverwogen geschenken, geschenken die van zichzelf al vroegen om omvorming, en die, aan Jesus’ voeten neergelegd, aan Hem afgegeven, een onverwachte ándere omvorming krijgen: ze worden binnengehaald in Jesus’ leven. En ook de gevers, de Wijzen uit het Oosten, gaan zélf daarin mee. Want zie: ze worden ándere mensen, omgevormde mensen, en gaan, zo eindigde het evangelie van vandaag, langs een andere weg terug – en eigenlijk niet meer terug, maar vérder: dieper het mysterie van Christus binnen.

Ook wij, al gedoopt en gevormd, en sindsdien al binnengehaald in Christus en in de christelijke omvorming, mogen steeds verder ándere mensen worden: andere mensen in onze onderlinge verhoudingen, andere mensen in onze levenswijsheid en ons gebed, andere mensen in onze  wonden en zonden, in onze vergankelijkheid en dood.  Ándere mensen: steeds dieper het mysterie van Christus binnen, steeds dieper in wat is tussen Jesus en zijn broeders en zusters, steeds dieper in wat is tussen Jesus en zijn Vader.        Amen.

Br. M.

 

Scroll naar boven