Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Home
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. ZONDAG 2 VAN PASEN...

ZONDAG 2 VAN PASEN : A : Hand. 2, 42-47 + Joh. 20, 19-31 : 16-04-2023

Broeders en zusters,

In alle eenvoud werkelijk broederlijk en zusterlijk samen leven, samen bidden, samen maaltijd houden, samen dragen. Zo schildert de eerste lezing de oudste christengemeenschap. En die lezing schildert dat als een Paas-gebeuren. Want als wij nauwe verbondenheid ervaren en beoefenen, niet enkel met familie of geliefden, maar met mensen (vreemden eigenlijk!) die God ons als naaste, als broeder of zuster in het geloof gegeven heeft, dan is dat helemáál níet vanzelfsprekend, dan is dat een wonder eigenlijk. Zulk een verbondenheid verwijst naar een bron buiten onszelf. Dat is uitgelokt en gedragen door de verrezen Christus onder ons, die zichzelf tot broeder van állen heeft gemaakt, en zo òns tot broeder of zuster van elkáár.

Van die oudste christengemeenschap zei de lezing dat ze alles gemeenschappelijk bezaten en dat ieder krijgt naar behoefte. Dat gaat allereerst, zo wordt vermeld, over bezittingen en goederen. Dat gaat ver, héél ver! Daaraan kunnen we aanvoelen hoe sterk de kracht van Pasen wel moet zijn, of minstens kán zijn: dat mensen zo ver willen gaan, kunnen gaan. Want geen privé-eigendom meer, alles gemeenschappelijk bezitten: dat kost ons nog meer dan broederlijk en zusterlijk samenleven, samen bidden, samen maaltijd houden. Al heel snel in de oude kerk wordt dat dan ook niet meer nageleefd, hoewel het in bijvoorbeeld kloosters nog voortleeft.  Maar ik wil het vandaag verder niet hebben over dat gemeenschappelijk bezit van alle bezittingen en goederen. De kerk is namelijk een gemeenschap waar allen ook alle geestelijke goederen gemeenschappelijk bezitten: alle geloofservaringen, alle geloofsinzichten, alle vormen en middelen van genade, alle ‘goede werken’. En dáár gaat het evangelie van vandaag over.

We hoorden over de apostel Thomas. Eerst ongelovig, want hij kon geen geloof hechten aan het getuigenis van zijn mede-apostelen, dat Jesus lééft en hun verschenen was. Maar dan mag Thomas, bij een tweede verschijning, ervaren hoe de levende Christus aanwezig komt – en veel méér dan enkel ‘aanwezig’: zo intens, zo indringend, zo omvattend. En van ongelovige wordt Thomas een vurige gelovige. Uitdrukkelijk wordt daarbij vermeld, dat Thomas de bijnaam Didymus had, dat betekent: tweeling. Dat is niet zomaar vermeld. Daarmee wil gezegd zijn dat wij ons als tweelingbroer of tweelingzus mogen weten van Thomas. En dus mogen delen in de ervaring van Thomas als was het onze eigen ervaring.  Zalig zij die niet gezien en tóch geloofd hebben, hoorden we Jesus vandaag dan ook zeggen, in datzelfde evangelie. Dat is een oproep om je, door te geloven, tweelingbroer of tweelingzus te weten van die Thomas, en ook van die anderen die de verrezen Heer heel direct hebben mogen ontmoeten. Een uitnodiging om dicht bij Thomas en die anderen aan te schuiven. Daar bestaat een woord voor: traditie, geloofstraditie. Dank zij hun ervaringen zijn ook wij in staat om deel te hebben aan de verschijningen van de verrezen Christus en de levende Christus aan te raken – niet rechtstreeks, maar in afgeleide zin: in geloof.

Zo maakt geloof je leven groot en wijd. De grens van je eigen ervaring en je eigen inzicht betekent dan niet meteen ook de grens van je leefwereld. Door te geloven deel je in de ervaring van anderen die meer mochten ervaren, die door de verrezen Christus van gene zijde uit werden aangeraakt. Geloof is een rijkdom, een schat. Zeker: grotendeels een geleende rijkdom, een geleende schat. Maar dan wel in bruikleen: om te gebruiken, om eruit te leven. Als je jezelf toestaat niet enkel te leven met wat je je ‘geestelijk privé-bezit’ kunt noemen, als je de nederigheid hebt het ook met geleende ervaringen en inzichten te kunnen en willen doen, kortom: als je jezelf gunt en toestaat te geloven, dan is dat een kracht en een houvast, een bron van hoop,  een horizon die zin en richting geeft. En: zulk geloof doet de bekwaamheid in je groeien om tekens te gaan herkennen van de aanwezigheid van de verrezen Christus. Pasen en heel de Paastijd is een leertocht en een speurtocht. Een speurtocht naar tekens van de werkzame aanwezigheid van de verrezen Christus. En het begint al hier en nu: ook deze eucharistie is al meteen zo’n teken! Ja: teken bij uitstek!

Amen.

br. M.

 

Scroll naar boven