Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Home
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. ZONDAG 32 DOOR HET...

ZONDAG 32 DOOR HET JAAR C : Lc. 20,27-38 : 06-11-2022 

Broeders en zusters,

Is met dit leven alles afgelopen, of is er nog iets dit leven ? Allemaal stellen we ons die vraag wel eens, vooral als je in je naaste omgeving een sterfgeval meemaakt, of als je indringend voelt hoe broos en sterfelijk jouw leven is. Het is – als we ze echt in ons toelaten – een aangrijpende vraag, té belangrijk om ze enkel met voorgegeven standaardantwoorden af te doen. In het evangelie van vandaag treffen we drie onderscheiden richtingen aan rondom die vraag.  In de confrontatie met die drie overtuigingen kan onze persoonlijke geloofsintuïtie wellicht rijpen…

De eerste overtuiging ligt vervat in die vreemde vraag waarmee in het evangelie van vandaag de toenmalige Joodse groepering van de Sadduceeën Jesus benadert: hoe het met een vrouw zit met wie uit heel nobele motieven achtereenvolgens – de één na de ander stierf – zeven broers getrouwd zijn geweest: met wie van die zeven zou die vrouw in een hiernamaals dan wel getrouwd zijn? Met alle zeven soms? Ze bedoelen met die vraag te suggereren hoe absurd het is te geloven dat de lijn van ons aardse leven doorgaat ná dit leven. De mens is gemaakt uit de aarde en keert terug tot de aarde. In je aardse levenstijd moet het gebeuren, daarna is het voor jou voorbij. Een opvatting die ook tegenwoordig volop bestaat, – zelfs onder gelovige mensen, zoals ook die Sadduceeën gelovige Joden waren: leef je leven voor Gods aanschijn, pluk de dagen die je krijgt in dankbaarheid, en heb daar vrede mee, want meer komt er niet. – Deze overtuiging mogen we serieus door ons heen laten gaan.

De tegenpool van deze opvatting hoopt en denkt dat de lijn van ons leven en van onze levensverbanden na onze aardse levenstijd wél doorgaat, ongebroken, maar dan zonder lijden en pijn; hoopt en denkt dat alles wat in dit al te korte leven onvervuld en onaf bleef, ons dán in de schoot zal worden geworpen.  Vaak gaat hiermee een naïef-concrete voorstelling van de hemel gepaard, waarin onze afgebroken wensen en verlanglijstjes eindelijk vervuld worden. Die opvatting zou ook in onszelf kunnen leven; we mogen ze gerust door ons heen laten spelen.

Jesus echter deelt beide opvattingen niet. Jesus begint helemaal niet bij de mens, noch bij  zijn aardegebondenheid, noch bij zijn onvervulde wensen en afgebroken dromen. Voor Jesus is reeds dit aardse leven ánders dan deze twee overtuigingen het beleven: met véél meer mysterie omgeven. En daarom is voor Hem hetgeen ná onze dood gebeurt óók  véél geheimenisvoller. Voor Jesus is hét beslissende en wonderlijke in dit leven, dat God  een uniek verbond aangaat met ieder mens persoonlijk die maar wil. God wil de God van Abraham zijn, en de God van Isaäk, en de God van Jacob, en de God van u en van mij, en bovenal, all inclusive, de God en Vader van Jesus. Even zovele  keren van God uit een unieke en trouwe band waarin zich een avontuur van persoonlijke liefde voltrekt, een band vol verrassingen, vol léven zoals Jesus het noemt. Jesus beleeft en beziet alles vanuit die band, óók de vraag of dit aardse leven alles is. Als God met iemand persoonlijk zulk een band van verbondsliefde aangaat, dan ontspringt dat niet aan ònze mogelijkheden, maar aan Góds mogelijkheden, en die breken niet af en die stoppen niet met onze dood.

Hoe we ons dat leven na de dood dan verder moeten voorstellen, blijft een grote verrassing, zoals ook nú al, in dit aardse leven, dat verbond met God vol verrassingen is. In ieder geval zal die verbondsband met God dan nóg intenser worden. Volgens een beeld van Jesus in het evangelie van vandaag zullen we zijn als engelen, waarmee Hij wil zeggen, dat we totaal vervuld zullen worden van Gods liefde, dóór en dóór kind van God, en daar helemaal vrij voor zullen zijn op een manier die voor ons aardse mensen nu nog onvoorstelbaar is. – Maar we worden al door Jesus uitgenodigd  te delen in zijn overtuiging; om al op het spoor te komen van God, die nú al met ieder van ons een verbond  aangaat, – een verbond vol verrassingen, goddelijke verrassingen, te veel en te groot dan dat ze binnen dit ons aardse leven al vergeven zouden zijn.
Amen.

br. M.

 

Scroll naar boven