Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Startseite
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. 5e zondag van Pasen...

5e zondag van Pasen Jaar A, 7 mei 2023

Zich invoegend in het gesprek tussen Jezus en Tomas vraagt Filippus als Jezus gezegd heeft dat Hij de weg is om tot de Vader te komen: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg”. Op het eerste gehoor een aparte vraag maar toch ook reëel want nog heeft Jezus niet gezegd dat wie Hem ziet ook de Vader ziet. Filippus vertolkt het diepste verlangen van mensen: wij willen God zien en zien betekent ook kennen. Het is voor mensen moeilijk te aanvaarden dat iets dat bestaat voor ons onzichtbaar blijft. We kunnen maar moeilijk aanvaarden dat voor de menselijke geest met zijn rijke voorstellingsvermogen iets onvoorstelbaar blijft. Is dat nu hoogmoed dat we zo  denken of ongeloof als het Tomaswoord: zolang ik niet zie zal ik niet geloven. Toch hoeft het geen opstandigheid of hoogmoed of ongeloof te zijn. Het is een verwoorden van een fundamentele behoefte van ons mens zijn, ons door de Schepper zelf in het hart gelegd. We willen God zien en ten diepste is daarmee uitgedrukt: wij willen leven omdat Hij bron van leven en liefde is. De hele schepping ademt toch een levensdrang uit! Zodra een zaadje aarde water en warmte heeft ontkiemt het. En bij mens en dier kennen we ook die levensdrang: we kennende worsteling van een dier in doodsnood en voor de mens geldt dat evenzeer.

Nu doet zich in onze samenleving een ontwikkeling voor die geleid heeft tot het plaatsen van het eigen ik in het centrum van alle bestaan. Is dat een wanhopige poging om niet ten onder te gaan in een naamloos collectief waarbij je eigen identiteit verloren gaat? En ook zich bij velen onbewust voltrekt omdat de band met de Levensbron -God – verloren is gegaan en de mens een zwerver wordt en dat langs een omweg leidt tot overaccentuering van het eigen ik? Ten koste van de gemeenschap waarmee de band in God verbroken is?

Omdat wij geloven dat God onze Schepper en Vader is kan het niet anders zijn dan dat het verlangen van de mens om te weten waar hij vandaan komt meer is dan een wetenschappelijk ontwikkelde ontstaanstheorie maar heeft dat verlangen ook een geestelijke, spirituele kant: de mens wil zich geborgen en bemind weten: de mens wil thuiskomen. Zo ligt er een hele natuurlijke behoefte aan contact met de Schepper, de bron van leven en die bron is geen iets maar Iemand want de kunstenaar is altijd groter dan het kunstwerk. De behoefte om God te willen zien is daarom niet vreemd en ook niet het verlangen om niet ten onder te gaan in een uiteindelijk niets en de behoefte aan wat we eeuwigheid noemen. Heer, toon ons de Vader waarop Jezus antwoordt: wie Mij ziet,  ziet de Vader. Ook bij zijn vertrouwelingen was er vertwijfeling en een zekere geloofsduisternis.

Misschien moeten we de tekst van dit evangelie eens van achteren naar voren lezen: “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen”. Daar zit de angst van de mens en mensheid: de angst voor de dood. Hoe troostvol en bemoedigend is het dan om het woord van Jezus te horen: “Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden en komt terug om u op te nemen bij Mij”. Dit Jezus’ woord laat de mens twee mogelijkheden. De ontkenning dat er na de onontkoombare dood nog Iemand is die op je wacht en dan ben je van alles af OF er wacht Iemand op je en dan raakt de dood aan het leven in die zin: dat noch lijden noch kruis ontkend kunnen worden en de Vader van de mensheid zich niet verbergt achter het kruis maar er zich juist in openbaart: Zijn grenzeloze liefde voor ons mensen en Jezus een met de Vader evenzeer in die onbegrensde zelveloze liefde. Wie door het kruis heen gaat in eigen leven als ontmoetingsplaat met Jezus zal ook het lijden van de ander op zich nemen, het ertegen opnemen en zijn ogen niet sluiten voor het leed in onze samenleving. Wie Mij ziet de Vader Filippus, en net zo min als God zich niet verbergt achter het kruis net zo min verbergt Hij zich achter de tekenen van brood en wijn maar er zich in openbaart als de totale liefde die leven geeft als voedsel zodat Hij omvormt naar de maat van Vader en Zoon en wie dat letterlijk mag smaken ziet, meer nog ervaart dat in Jezus God zelf zichtbaar wordt als bron van Leven, eens en voorgoed.

br. R.

 

Nach oben scrollen