Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Startseite
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. DRIEVULDIGHEIDSZONDAG : A :...

DRIEVULDIGHEIDSZONDAG : A : 2 Kor. 13, 11-13 & Joh. 3,16-18 : 04-06-2023

Broeders en zusters,

God is uit de mode geraakt. Veel mensen besteden aan God gewoonweg geen woorden of gedachten. God interesseert hun domweg niet. Ze zwijgen over God uit desinteresse. Eigenlijk een schreeuwend teken van de armoede en de holheid van onze tijd. Er is echter ook een ánder zwijgen over God, vanuit een geheel andere achtergrond. Dat zwijgen is veel zeldzamer, en ook veel rijker. Het komt voort uit een besef dat God te verheven is voor menselijke woorden en begrippen, dat onze woorden en gedachten en gevoelens maar klein mensenwerk zijn, hoogstens van verre naar God verwijzen, maar God niet kunnen vatten of omschrijven. Voor het mysterie van God kunnen wij mensen alleen maar eerbiedig zwijgend ons hoofd buigen in woordeloze aanbidding. En al is zulk een zwijgen zeldzaam, er zijn in de religieuze geschiedenis der mensheid genoeg gestalten die voldoende hadden aan dit woordeloze aanbiddende zwijgen voor het mysterie van God, en die heel hun levenstijd gebruikten om hun zwijgen nog verder te verstillen en te verdiepen.

 

Maar er is ook een nóg ander zwijgen over God, een zwijgen dat voortkomt uit happen naar adem en happen naar woorden, omdat we als in een wervelwind meegenomen zijn. En dát is het zwijgen dat past bij ons christenen en bij het feest van vandaag: Gods Drievuldigheid: één God in drie personen, Vader, Zoon en Heilige Geest. Het gaat bij Gods Drie-eenheid niet zozeer om een hogere informatie over God. Als God dát gewild had, dan had Hij kunnen volstaan met het sturen van profeten of wijzen of  engelen, die ons namens Hem konden inlichten. Maar dat beoogde God niet. Hij heeft ons, zegt het evangelie van vandaag, Jesus, zijn Zoon gegeven. En Hij heeft – denk aan het Pinksterfeest van vorige zondag – ons zijn Geest gegeven. Dat betekent: Hij heeft ons niet zozeer informatie over Zichzelf willen geven, – nee, Hij opent ons een nieuwe lévensruimte, Hij opent ons zijn éigen levensruimte en wij mogen leven, bewegen en zijn in díe ruimte: leven, bewegen en zijn met en in Jesus Christus, de Zoon, die onze broeder en vriend is, naar God toe die onze Vader is, gedreven door de Heilige Geest die in ons is. We treffen ons als Kerk, als gelovigen, aan als binnengetrokken en meebewegend in een drievuldige levensruimte die Gods eigen levensruimte is. En terwijl dat gaande is in en aan en met ons, happen we naar adem want uit onszelf kunnen we niet meekomen, en happen we naar woorden want het is te veel, en stamelen we Abba, Vader, en worden we nog voor we uitgestameld zijn alweer vérder meegevoerd in Gods eigen drie-ene levensruimte, en laten we dat in en voorbij ons stamelen maar gebeuren.

En dáár begint het christelijke zwijgen. Een zwijgen vol leven en bewegen, – méébewegen. Een meebewegen met Christus naar God, zijn Vader. Naar Hem die, zoals voor Christus, de Zoon, zo ook voor ons als een vader wil zijn en méér nog dan als een vader zoals wij die kennen uit onze aardse ervaringswereld. Hij verliest ons nooit uit het oog en laat ons nooit in de steek. Nooit lijd je door zijn hand, maar alles gebeurt ín zijn hand. In die  geborgenheid mogen wij meebewegen steeds dieper met Christus, de Zoon, het hart en de schoot van God de Vader binnen, happend naar woorden, happend naar adem. En zwijgend geven we ons gewonnen en geven we mee.

Een meebewegen dus met Christus, de Zoon, maar tegelijkertijd een meebewegen met de Heilige Geest die in ons werkt. De Heilige Geest die levend maakt en oneindige ruimte schept, onszelf voorbij. Die vrijheid schenkt om lós te laten. Die nieuwe hoop en kracht geeft als ons leven overspoeld wordt. Die ons tot een nieuw begin aanzet waar wij mensen buitengesloten hadden. Die volhardende draagkracht geeft als we het met onszelf of anderen niet uithouden. Die ons aanvuurt een stap extra te zetten, om deze of gene uitspraak van Jesus uit het Evangelie eens concreet waar te maken. En Die – in dat alles – ons tegelijk mét Christus steeds vérder binnenduwt en binnentrekt in de schoot van de Vader. Voorbij onze eigen mogelijkheden, voorbij onze eigen adem. Onvatbaar. We laten ons vatten. In en voorbij alle woorden geven we ons gewonnen en geven we zwijgend mee. – En dát vieren wij vandaag.
Amen.

Br. M.

 

Nach oben scrollen