Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Startseite
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. 3e zondag van de...

3e zondag van de Veertigdagentijd 12 maart 2023

Enige tijd geleden is in ons land een lijvig rapport verschenen over de indeling van alle Nederlanders in bepaalde klassen. Er zijn er zeven: de werkende bovenlaag, de kansrijke jongeren en als laatste klasse het precariaat: een samentrekking van de woorden precair en proletariaat: de mensen die bijvoorbeeld omwille van afkomst al generaties lang de boot hebben gemist, geen kansen, geen financiën, sociaal en cultureel arm. Kortom mensen die om verschillende redenen geen aansluiting kunnen vinden met hun omgeving. De vrouw bij de put over wie we hoorden hoort bij deze groep. Zij  heeft door haar manier van leven het contact verloren met haar eigen mensen de Samaritanen en met de Joden die sowieso geen contact met elkaar hebben.  Ze heeft een belast verleden en heden en heeft  een misvormd geloof. Door haar stadsgenoten wordt ze met de nek aangekeken. Het is niet voort niets dat ze op het heetst van de dag buiten de stad water komt halen. Ze schuwt de bronnen in de stad en sluipt op het moment dat bijna niemand onderweg is, de stad uit om haar kruik te vullen. Een vrouw die zich schaamt en er weinig rekening mee houdt hoffelijk behandeld te worden.

Haar verrassing is dan ook groot als zij door een Joodse man wordt aangesproken. Jezus die alle geplogenheden van de samenleving achter zich laat en een gesprek aanknoopt. In zijn gesprek met haar wil Hij haar niet op de eerste plaats bewegen haar leven te veranderen, maar  ontvankelijk te maken voor zijn gave die haar leven van binnenuit, ‘opborrelend als een bron’, zal veranderen. In het gesprek komen hoofdmomenten van een  groeiend geloofs- en bekeringsproces naar voren. En deze zijn voor de Samaritaanse en voor ons dezelfde. Door de open en niet veroordelende houding van Jezus wordt zij geraakt en geboeid. Hij is anders dan alle anderen. Zo ontdekt zij en ook wij in Hem de nieuwe , andere, de wellicht bevreemdende die al klaar staat, er al voor jou is, voordat we zelf nog maar n stap gezet hebben. Hij maakt de Samaritaanse duidelijk door te zeggen dat Hij haar levend water zal geven dat haar geluk niet te vinden is in het hebben van nog meer mannen maar wie van het water dat uit de bron komt iedereen weer dorst krijgt terwijl het water dat Hij te drinken zal geven in eeuwigheid geen dorst meer krijgt en dan verandert haar voorstelling over wat geluk is en vraagt Jezus niet meer om water maar de vrouw: “Heer, geef mij van dat water”. Was ze aanvankelijk alleen bezig om te kijken hoe ze haar leven zo goed en gemakkelijk mogelijk kon maken dringt het  uit Jezus’ woorden  langzaam tot haar door dat Jezus het heeft over een water dat de diepste levensdorst lest. En in dat licht bezien brengt het gesprek van Jezus  een voor haar nieuw element in: een heldere morele zelfkennis. De vrouw wordt eerlijk over haar levenswandel. En deze eerlijke zelfkennis die ze in zo’n vertrouwvol gesprek heeft mogen onderkennen geeft haar de moed om zich niet meer te verbergen voor haar stadsgenoten. Ze heeft hen iets mee te delen dat belangrijker is dan wat ze wil verbergen. Ze wordt als ze haar stadsgenoten gaat roepen van hulpbehoevende tot verkondigster van een blijde en bevrijdende boodschap. Ik heb de man leren kennen die mij de ogen geopend heeft en mijn dorst naar kortstondig geluk  laten verdwijnen en  zegt dat Hij de Gezalfde is en dat wie God wil aanbidden hem in Geest en waarheid moet aanbidden en dat je daar vrij voor moet zijn.

Wie Jezus heeft leren  kennen leert de Vader kennen. In dat geloof wordt  het verlangen naar eigen heil doorbroken. Gaat het niet langer over eigen vragen en noden. Wat ontdekt wordt is zo omvattend dat de anderen erin moeten delen.

Broeders en zusters, in het verhaal van de Samaritaanse wordt de geloofsweg geschilderd die iedere christen moet gaan en dikwijls bij herhaling moet gaan. Het is de weg van zondaar naar apostel door dat Jezus het gesprek met ieder van ons begint en daar waar we ons bevinden zijn gave aanbiedt. Hij ontsluit de toegang tot de genade ‘waarin we staan’ door ons doopsel. En niemand van ons is zo ver verloren gelopen dat de Vader ons niet onderweg opnieuw aanspreekt en uitnodigt tot een nieuw en beter leven. Wat de Samaritaanse bij de put ervoer was dat Jezus haar de waarheid voorhield onopgesmukt en dat werkte bevrijdend  én een nieuwe manier van leven aanbood dat eeuwig standhoudt. Heer geef ons zoveel van dat leven dat we niet anders kunnen dan het delen met anderen. Leg uw geest in ons hart en Uw hart in onze handen.

Br. R.

 

Nach oben scrollen