Abdij Lilbosch – Echt
Cisterciënsermonniken

  1. Startseite
  2. /
  3. Uncategorized
  4. /
  5. ZONDAG 1 VAN DE...

ZONDAG 1 VAN DE VEERTIGDAGENTIJD : B : Mc. 1, 12-15 : 18-02-2024

Broeders en zusters,

De afgelopen week werd, voor wie wilde, getekend door Carnaval en door het askruisje van Aswoensdag. En nu vieren we de eerste van de zes zondagen van de Veertigdagentijd. Vroeger werd deze tijd Vastentijd genoemd. En merkwaardig: terwijl in de Katholieke Kerk dat vasten steeds meer in onbruik is geraakt, komt het daarbuiten, in Protestantse kerken en bij onkerkelijken, steeds meer in beeld, als een kans tot soberder, bewuster leven: even uitbreken uit de maalstroom van consumptie en stress. Nota bene de EO (Evangelische Omroep) heeft een lijst opgesteld van maarliefst 40 suggesties, evenveel suggesties als de Veertigdagentijd dagen telt: minder alcohol, minder tussendoortjes, minder suiker, minder social media, internet en tv, minder gebabbel als tijdvulling, minder nieuwgierigheid, enzovoort. En voor het geld en de tijd en de innerlijke ruimte die daardoor vrijkomen, daarvoor heeft de EO ook een hele reeks suggesties, waaronder inkeer. Inderdaad, in het licht van het evangelie van vandaag moet je zeggen: de tijd en de innerlijke ruimte die door velerlei vormen van vasten vrijkomt, is allereerst bedoeld voor inkeer. Voor een woestijntijd. Een tijd van afzondering, van stilte, teruggetrokken met jezelf, met de loop en de bestemming van je leven, met God. Jesus, hoorden we, nam een woestijntijd van veertig dagen. Voor ons zou het al mooi zijn, als we af en toe een woestijndag, of een woestijnuur zouden nemen. Volgens de kerkelijke traditie, en ook volgens die van vele godsdiensten, zouden het minstens 20 minuten moeten zijn, en liefst dagelijks. Anders val je niet stil, kún je haast niet stilvallen.

Maar áls je dan even de woestijn ingaat, even stilvalt, en enigszins raakt aan wat de Heer Jesus in die veertig dagen heeft gedaan en meegemaakt, dan zou je, getuige het evangelie van vandaag, twee dingen  mogen verwachten. Allereerst mogen we inblazingen[i] verwachten vanuit allerlei troebele lagen in ons zelf. Het evangelie van vandaag vermoedt en herkent die als aanblazingen, beproevingen van de Satan. Maar ook die knopen doorgaans aan bij onze eigen troebele lagen. En nu we stilvallen, melden die zich veelal als eerste. U kent ze wel: het zijn doorgaans dezelfde donkere gedachten en zorgen, dezelfde trauma’s en angsten, dezelfde agressies en driften, die in ons en  op de bodem van de mensheid[ii] leven en die ook gemakkelijk bovenkomen als we ’s nachts wakker liggen, omdat we ze dan niet verdringen of overschreeuwen zoals overdag. Het evangelie vandaag vergelijkt ze met wilde dieren[iii], die in onze innerlijke ruimte verblijf genomen hebben en ons dreigen te verscheuren[iv].  Die wilde beesten, om dat beeld te gebruiken, zullen ook ons deel zijn, als we onze woestijntijd ingaan en we even enigszins raken aan wat de Heer Jesus in die veertig dagen heeft gedaan en meegemaakt. De traditie van de kerk zegt: ga er niet te veel de strijd mee aan, maar laat ze overwaaien en uitblaffen, en houd je vast aan een woord van de Heilige Schrift, of aan een bede uit het Onze Vader, of aan de naam van de Heer Jesus.

In ons stilvallen kan dan het tweede komen. Dan kunnen de goede ingevingen komen, van diep uit onszelf, nee: nog van voorbij ons diepste zelf. In het evangelie hoorden we, dat in zijn woestijntijd engelen Jesus hun diensten bewezen en Hem in plaats van stoffelijk voedsel geestelijk voedsel,  inwerking van God uit, aanreikten. Als we in onze woestijntijd zelf enigszins raken aan wat de Heer Jesus in die veertig dagen heeft gedaan en meegemaakt, dan mogen we erop vertrouwen, dat engelen als boden van God ons van voorbij onszelf inwerkingen, ingevingen, inspiraties, aspiraties  aanreiken, soms in de vorm van woorden en gedachten, soms ook woordeloos en zonder gedachten. Dat maakt dat de woestijn tegelijk een soort voorbode van het paradijs kan worden.

Dat alles wordt ons voorgehouden op deze eerste zondag van de Veertigdagentijd, als opstap. De inkeer kan echter nog dieper worden, en de stilte nog ingrijpender. Dan kan onze stilte gaan raken aan wat de Heer Jesus beleefde en onderging op Goede Vrijdag en Paaszaterdag en Pasen. Maar het begint met de inkeer en de stilte van de Veertigdagentijd, de inkeer en de stilte van de woestijn. Iedere christen zou zich een stukje woestijntijd moeten gunnen… Zeker in de Veertigdagentijd…
Amen.

br. M.

 

 

 

 

 

Nach oben scrollen